×

Achtergrond

In de komende maanden laten we je graag wat verschillende mensen achter de groene academie zien. Gepassioneerde, vakkundige vrijwilligers die actief zijn met natuurbeheer, reptielen, permacultuur, of het geven van cursussen.

Een wandeling met Wim Swinkels, natuurgids bij IVN Natuureducatie.

Wim: “Ik kom uit Brabant en wij woonden in Tilburg waar een heleboel groen, bos en heides omheen liggen. Ik vond het altijd prachtig om leuke dingen te zien. Dat is ook het leuke van IVN, je bent altijd buiten. Je komt leuke mensen tegen en je ziet van alles wat fantastisch mooi is.”

Thijsse’s Hof, over de gepassioneerde Jac. P. Thijsse

We wandelen in Thijsse’s Hof. Een Bloemendaalse heemtuin, demonstratietuin van wat er zich allemaal afspeelt in de natuur. Daarom staan er ook over bordjes bij.

Wim legt uit:” Jac. P. Thijsse was onderwijzer, Nederlands schrijver en bekendste natuurbeschermer. Hij was zó populair dat de gemeente Bloemendaal hem een huis heeft aangeboden alsmede dit aangelegen gebied om te ontwikkelen naar zijn visie. Hij was natuurlijk toen al een autoriteit op het gebied van de natuur. Thijsse was ontzettend gepassioneerd en liep vaak met zijn leerlingen op Texel (waar hij toen lesgaf) naar buiten om les te geven. Hij hield hele nauwkeurige dagboeken bij met prachtige zelfgetekende illustraties. Ook heeft hij het eerste beschermde natuurgebied gecreëerd, het Naardermeer. Amsterdam wilde daar destijds een vuilnishoop van maken maar door actie te voeren heeft Thijsse dit kunnen voorkomen. Samen met zijn collega Heimans heeft hij ook Natuurmonumenten opgericht.

We hebben ook een hele leuke Thijsse Tour. Een rondje van de Kennemerduinen, langs de plek waar hij begraven is, het huis waar gewoond heeft en dan eindigen we hier in het Thijsses Hof waar hij al zijn ideeën in gelegd heeft. En dan een stuk duinen waar hij altijd kwam en vele tekeningen van heeft gemaakt.”

Waar de natuur het meest interessant is, is waar het landschap verandert.

Je hebt mensen bij IVN die alles weten over insecten, paddenstoelen of orchideeën, en je hebt mensen zoals ik, die wat meer allround dingen aan de natuur mooi vinden, en daardoor gefascineerd zijn. Mijn favoriet is landschap. We staan hier bijvoorbeeld bij kwelwater uit de duinen en in de duinen zit natuurwater in de grond dat aan de randen naar buiten komt. En daarom heb je hier in de buurt overal beekjes. Hierdoor zijn de Waterleidingduinen ook ontstaan.

Waar de natuur het meest interessant is, is waar het landschap verandert. Daar heb je de variatie en interessante vegetatie. Landgoederen zitten ook vaak aan de rand van de duinen, en kijken dus over dat lage weilandengebied uit.

Aan de vegetatie kun je dus ook al zien wat voor ondergrond er aanwezig is. Elzen en populieren horen bij het vochtige land en bijvoorbeeld de eiken hier is het ‘volwassen duinbos’ aan de rand van het duin. En aan het strand zit weer helmgras en planten die goed tegen zout kunnen.

Lezen, praten met mensen maar ook het volgen van natuurcursussen zorgt voor veel van dit soort theoretische kennis die je vervolgens weer in de praktijk kunt gebruiken. Als je het niet weet, dan zie je het ook niet.

Vertellen en beleven, mensen mee naar buiten brengen

Het belang van mijn werk als vrijwillig natuurgids is ook om de mensen dit te laten zien. Als je het ziet dan geloof je het en als je gelooft dan voel je het, en dan zie je het ook altijd weer! Bij de excursies merk je dat ook goed. Sommige mensen lopen vaak hard in hetzelfde gebied als waar wij de excursies geven en tijdens de uitleg zeggen ze dan ook dat ze dat nog nooit gezien hadden, maar het vanaf nu altijd gaan zien.

Je wordt natuurlijk in eerste instantie vrijwilliger omdat je het zelf leuk vindt. Maar ook omdat je het zinvol vindt. Misschien dat je denkt: “Ik kan wel een aantal mensen meenemen om te laten zien wat er allemaal is.” Ik probeer dan ook altijd de mensen de natuur te laten voelen, ruiken of ondergaan. Mensen mee naar buiten brengen, de verhalen te vertellen en uit te leggen wat er allemaal te beleven is. Dat is het doel. In de zomer ben ik hier een aantal dagen per maand mee bezig. We organiseren ook veel laagdrempelige instapcursussen. Daar kun je gewoon in meelopen.

Maar ook de club Gezond Natuurwandelen is erg populair. Daar doen veel IVN gidsen aan mee. Eenmaal per week met mensen lekker buiten wandelen.

De natuur spreekt tot de verbeelding

Tijdens onze wandeling komen we een enthousiaste jonge jongen tegen. Hij loopt twee weken stage op Thijsse’s Hof. Wim raakt meteen in gesprek over de buizerd die de jongen heeft gezien. Wim:” Weet je wat soort geluid een buizerd maakt? Een soort kattengeluid, buizerds miauwen, wist je dat?” Hij vraagt de jongen of er nog iets leuks is dat we moeten bekijken?” Voor ik het weet wisselen ze hun kennis over de paddenstoelen uit. “Kijk, dit zijn geweizwammen, en dat is Judasoor. Die kun je ook eten, dit doen ze veelal in China. En dat, dat zijn dodemansvingers. Ken je het verhaal achter de dodemansvingers? Nee?

Een mooi verhaal als er kinderen bij zijn, zegt Wim lachend. Dat zijn de vingers die groeiden uit de kist van mensen die hun moeder geslagen hadden. De natuur spreekt tot de verbeelding. Net als bijvoorbeeld de maretak. In de winter blijft de maretak groen. Alles eromheen is kaal en doods en dan zie je ineens zo’n frisse, groene plant. Hierdoor worden er dus magische krachten aan toebedeeld. Het kussen onder de maretak (mistletoe) is hier een goed voorbeeld van.”

Je onthoudt dingen beter als je ze in een verband kunt zetten.

Als het je interesse heeft gaat dat makkelijker. Maar ook door de samenhang in de natuur te zien. Het hangt hierdoor aan een kapstok en dan ga je de verbinding zien en onthoud je het beter. Er zit logica in de natuur. Bijvoorbeeld de hulst. Die heeft op zijn bladeren stekels om zich te beschermen tegen vraat van beesten. Maar hoe hoger de blaadjes, hoe minder stekels. Die stekels maken kost ook veel energie. De natuur regelt het allemaal zelf het beste. Een ander leuk voorbeeld is dat koolmezen in de stad hoger en harder zingen dan in de vrije natuur om boven het geluid van de stad te komen.

Jonge vrijwilligers, de grote uitdaging

Hoe kom je nou aan een goede balans tussen de leeftijden van vrijwilligers? Wim:” Dat is de grote uitdaging. Kinderen tot een jaar of tien vinden het allemaal fantastisch. Tussen de tien en de vijfentwintig heeft de jeugd andere interesses. Als ze kinderen krijgen, heb je weer ouders die het leuk vinden om met de kinderen naar buiten te gaan of iets op school te doen met de natuur. De vogelwerkgroep is een goed voorbeeld. Daar zie je veel jongeren. Die hebben een soort fascinatie voor vogels. Het appelleert natuurlijk ook een beetje aan jachtinstinct. “Heb je de gekraagde roodstaart al gezien?”

Vrijwilliger worden

Er is van alles te doen als vrijwilliger. Je kunt bijvoorbeeld zoals Wim over de natuur vertellen en het de mensen laten beleven. Maar ook het tellen en monitoren is belangrijk en leuk werk. Of je kunt een dagje je handen uit de mouwen steken en gaan herstellen. Drie groepen waarin iedereen zijn of haar steentje bij kan dragen.

Kijk op de Groene Academie wat je allemaal kunt doen en leren.

Tekst en fotografie: Rogier Reker